Erfelijke hartafwijking bij Bull Terriers
Bij vele hondenrassen komen erfelijke hartafwijkingen voor. Zo ook bij de Bull Terrier. Sommige erfelijke afwijkingen zijn bij de geboorte al aantoonbaar. Andere ontwikkelen zich in de loop van het leven. De meest voorkomende hartafwijkingen bij de Bull Terrier zijn lekkende hartkleppen en aortastenose. Deze twee aandoeningen kunnen voorkomen in geringe tot zeer ernstige mate.
Lekkende hartkleppen heeft vaak een erfelijke basis maar ontstaat in de loop van het leven. Het lek wordt veroorzaakt door verdikking en vervorming van klepdelen en ophangbanden van de klep. Hierdoor lekt er bloed van de linker kamer terug naar de linker boezem tijdens de samentrekking van het hart. In minder erge mate kan het hart het lek goed compenseren. Als het lek groter wordt kunnen er symptomen van linker hartfalen ontstaan: moeilijk ademen, hoesten, flauwtes, inspanningsintolerantie.
Diagnose lekkende hartklep
Door het lekken van het bloed naar de boezem ontstaat er een hartbijgeruis. Op röntgenfoto’s is een hartvergroting zichtbaar door het compenseren van het hart. In een erger stadium kan er met een foto, vocht op de longen worden opgespoord.
Door middel van echografie kan vergroting van de linker harthelft, de verdikte klep, de lekkage van de klep kunnen worden opgespoord. Omdat deze aandoening in de loop van het leven pas ontstaat, is het niet zo dat als een hond de aandoening niet heeft, dat de hond het ook niet zal krijgen.
Aortastenose
Aortastenose wil zeggen dat de aorta vernauwd is. Deze aandoening is de meest voorkomende aangeboren hartaandoening bij de hond. Het blijkt dominant over te erven met modifiërende genen. De vernauwing is meestal niet aanwezig bij de geboorte, maar ontwikkelt zich gedurende de eerste vier – acht weken en evolueert tot een leeftijd van 12 – 18 maanden. Door de stenose ontstaat er een drukoverbelasting in de linker kamer, hierdoor verdikt de linker hartspier. De hartspier wordt hierdoor stijver waardoor de druk nog meer toeneemt. Afhankelijk van de ernst van de vernauwing ontstaan er klachten.
Met milde stenose zijn er vaak geen klachten. Met matige stenose: normale levensduur en -kwaliteit mogelijk. Op latere leeftijd is er eventueel medicatie nodig. Erge stenose komt met een beperkte levensverwachting. De klachten die kunnen ontstaan zijn: vermoeidheid bij inspanning, flauwtes en plotselinge dood. De stenose kan opgespoord worden met stethoscoop of echografie.
Een hartscreening op aortastenose is maar eenmalig nodig als deze na de leeftijd van 18 maanden gebeurt. Uit onderzoek bij de Bull Terriers in Australië blijkt er een hogere gemiddelde stroomsnelheid van het bloed in de aorta aanwezig te zijn dan bij andere rassen.
Verplicht hartonderzoek voor fokdieren
Om de gezondheid van Bull Terriers te waarborgen, is een hartonderzoek verplicht voordat een hond wordt ingezet voor de fok. Dit onderzoek richt zich op het uitsluiten van twee aandoeningen: mitralisklepdisplasie en aortastenose. Beide aandoeningen worden opgespoord via een echografisch onderzoek, de zogenaamde Color Doppler-test. Het onderzoek moet worden uitgevoerd door een bevoegd hartspecialist. Een actuele lijst van erkende specialisten is beschikbaar op de website van de Nederlandse Bull Terrier Club. Eenmalig onderzoek volstaat als het fokdier op het moment van testen 18 maanden of ouder is. Wordt het dier voor de leeftijd van 18 maanden ingezet voor de fok, dan moet het onderzoek vóór de dekking plaatsvinden. Indien het dier na 18 maanden opnieuw wordt ingezet voor de fok, moet het onderzoek opnieuw worden uitgevoerd. De dierenarts dient het officiële N.B.T.C.-formulier voor dit onderzoek volledig en correct in te vullen.
Deze richtlijnen zijn opgesteld om het welzijn van de Bull Terrier te beschermen en genetische hartafwijkingen zoveel mogelijk uit te sluiten binnen de fokkerij. Voor vragen of toelichting kun je contact opnemen met het secretariaat van de Bull Terrier Club.




