Larynxparalyse (stembandverlamming)
Larynx = strottenhoofd (waarin de stembanden zich bevinden)
Paralyse = verlies van beweging (verlamming)
Inleiding
De larynx (strottenhoofd) is een kraakbenige structuur bovenaan de trachea (luchtpijp) waarin zich tevens de stembanden bevinden. Deze structuur heeft onder andere als functie om de luchtpijpopening die in verbinding staat met de keelholte bewegelijk doch sterk te houden en af te sluiten bij bijvoorbeeld drinken en eten. De stembanden vervullen hun eigen functies; deze sluiten tevens de opening naar de luchtpijp af (bij bijvoorbeeld slikken, maar ook hoesten) en maken het mogelijk geluid te produceren. De stembanden bevinden zich beiderzijds in het strottenhoofd, verbonden aan het kraakbeen, en vormen een spleet waardoor de lucht stroomt van de longen via de luchtpijp naar de keel- en mondholte (en andersom). Spieren in en rondom de stembanden zorgen voor juiste spanning en reguleren de breedte van de stemspleet. Deze spieren worden van stimulatie voorzien via zenuwen. Een belangrijke zenuw die deze spieren innerveert (zoals dat heet) is de nervus laryngeus recurrens, ofwel ‘terugkerende strottenhoofdzenuw’. Deze zenuw vindt zijn oorsprong in de kop en loopt via de nek en borstkas en weer terug via de nek naar het strottenhoofd. Het is dus een erg lange zenuw.
De stemspleet hoort te openen bij inademing en indien gewenst in bepaalde standen te worden gebracht bij uitademing die zorgen voor het genereren van geluid (zoals blaffen). De voorgenoemde zenuw stuurt dit aan.
Bij larynxparalyse zijn de spieren die de stembanden op de juiste manier doen bewegen verlamd. De stembanden worden niet meer actief aan de kant gebracht bij ademen. Dit kan men zich voorstellen als gordijnen die boven en onder vastzitten, maar verder los aan de zijde van een deuropening hangen. Dit geheel komt door verminderd/niet functioneren van de zenuwen. Dit kan eenzijdig zijn of beiderzijds. Larynxparalyse is dus in beginsel een neurologische aandoening.
Larynxparalyse komt voornamelijk voor bij middelgrote – grote hondenrassen, zoals de labrador retriever. Oorzaken van deze larynxparalyse kunnen divers zijn. Zo kan elke ontsteking of eventueel tumor die de ‘terugkerende strottenhoofdzenuw’ beschadigd voor verlamming van de stembanden zorgen en wordt het soms waargenomen bij een niet goed functionerende schildklier. Daarnaast komen bepaalde erfelijke zenuwaandoeningen bij de Leonberger voor die niet alleen deze zenuw, maar ook andere zenuwen (naar bijvoorbeeld de poten) aantasten. Dit noemen we dan polyneuropathie (aandoening van meerdere zenuwen) en komt als erfelijke aandoening bij bijvoorbeeld de Leonberger voor (soms Leonberger polyneuropathie genoemd, LPN). Dit kan zich al op jonge leeftijd uiten. Bij polyneuropathie worden vaak lange zenuwen (zoals die van het strottenhoofd) het eerst aangedaan. Ook bij oudere honden kan dit voorkomen.
Het komt dikwijls voor dat er geen duidelijke oorzaak gevonden kan worden voor de larynxparalyse.
Verschijnselen
De verschijnselen die men kan aantreffen bij larynxparalyse zijn een gevolg van het niet goed kunnen sluiten / op spanning brengen / openen van de stemspleet:
-Benauwdheid en bijgeluiden bij ademen (met name inademen)
-Verslikken (met eventuele gevolgen daarvan, zoals longontsteking)
-Hoesten / keelschrapen
-Verminderd uithoudingsvermogen (soms zelfs flauwvallen)
-Veranderd blafgeluid
De verschijnselen zijn vaak het ergst bij hoge temperaturen, stress en inspanning.
De dierenarts stelt de diagnose aan de hand van een vraaggesprek, lichamelijk onderzoek, eventueel aanvullend onderzoek (zoals foto’s en bloedonderzoek om achterliggende problemen te vinden) en uiteindelijk inspectie van de stemspleet (onder sedatie/narcose).
Behandeling
Als er een oorzaak gevonden kan worden voor de larynxparalyse dient deze behandeld te worden voor zover mogelijk. Als er geen oorzaak wordt gevonden of als de onderliggende oorzaak niet behandelbaar is en de larynxparalyse blijvend is, wordt specifiek behandeling ingesteld voor de larynxparalyse. Afhankelijk van de ernst van het probleem (met name benauwdheid) kan gekozen worden voor ondersteunend handelen (medicatie en levensstijlaanpassingen) of chirurgie. Met chirurgie wordt de stemspleet kunstmatig ‘open’ gezet (eenzijdig vaak), zodat de stembanden tijdens het ademen niet meer als gordijnen in de wind hangen en de luchtstroom belemmeren. Dit houdt wel in dat die vastgezette stemband zijn functie niet meer kan uitvoeren. Onder andere zorgt dit voor een grotere kans op verslikken. Met eenzijdig vastzetten valt dit gelukkig doorgaans mee. Tot wel 95% van de eigenaren is zeer tevreden met het resultaat na zo’n operatie. De dieren zijn doorgaans direct stukken minder benauwd / niet meer benauwd. Om te voorkomen dat de aandoening zich binnen diverse rassen verspreidt, dienen fokkers binnen hun fokprogramma maatregelen te nemen. Zeker wanneer een erfelijke basis bewezen is (zoals bij zenuwaandoeningen op jonge leeftijd), maar ook indien de frequentie van voorkomen binnen een lijn / familie een erfelijke basis doet vermoeden.