opgericht
1 januari 1936
Fokreglement Standaard Bull Terrier
Het Verenigings- Fok Reglement ‘VFR’.
1. ALGEMEEN
1.1. Dit reglement voor de Nederlandse Bull Terrier Club, hierna te noemen de vereniging beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras Bull Terrier zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de vereniging op 09 juni 2013. Inhoudelijke aanpassingen van het VFR kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de vereniging.
1.2. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) geldt voor alle leden van de vereniging voor de Bull Terrier, woonachtig in Nederland.
1.3. Het bestuur van de vereniging verplicht zich, de door de Algemene Vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het Kynologisch Reglement (KR), die betrekking hebben op dit Verenigings fokreglement, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene ledenvergadering van de vereniging. Dit ontslaat de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het bestuur van de vereniging hier in gebreke blijft.
1.4. Voor wat betreft de omschrijving van de in dit VFR genoemde definities gelden de omschrijvingen zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.5. Voor wat betreft de externe regelgeving gelden de regels zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.6. Inschrijving van een nest in de Nederlandse stamboekhouding (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het Kynologisch Reglement.
2. FOKREGELS
Artikel VIII.2 KR in samenhang met regels van de vereniging.
2.1. Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon.
Pups, voortgekomen uit één van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR)
2.2. Herhaalcombinaties:
Dezelfde oudercombinatie is maximaal twee maal toegestaan.
2.3. Minimum leeftijd reu:
De minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste negen maanden zijn.
2.4. Aantal dekkingen:
Een reu mag maximaal vijf geslaagde dekkingen per twaalf kalendermaanden verrichten. Als geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en ingeschreven in het NHSB.
NB 1: In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (artikel III.14 KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking.
NB 2: indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatige inseminatie (KI), telt dit mee als een ‘dekking’.
2.5. Cryptorchide en monorchide: cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.
2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen: Wanneer een lid van de vereniging voor een dekking een niet in Nederlands eigendom zijnde reu, welke wel staat ingeschreven in een door de FCI erkende stamboekhouding, wil gebruiken dan dient deze bij voorkeur te voldoen aan de gezondheidseisen zoals deze door de vereniging gesteld worden. Daar nog niet elk land dezelfde regels en/of normen hanteert, dient de buitenlandse reu minimaal aan de volgende voorwaarden te voldoen:
a. De reu moet zijn ingeschreven in een buitenlands stamboek van een FCI land, of een land dat door de FCI is erkend, conform het gestelde in artikel III.21 lid 2 KR;
b. De reu moet voldoen aan de gezondheidsregels die gelden in het land waar hij woonachtig is en waar hij is ingeschreven in het stamboek.
2.7. Kunstmatige inseminatie (sperma van levende en/of overleden dekreuen): als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde/of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement alsof het een natuurlijke dekking van de dekreu betreft.
2.8. Artikel VIII.3
Hij die op het tijdstip van dekking eigenaar was van de teef en die teef in strijd met de bepalingen van artikel VIII.1 of VIII.2 heeft laten dekken dan wel niet heeft voorkomen dat die teef in strijd met die bepalingen werd gedekt, maakt zich schuldig aan een strafbaar feit als bedoeld in artikel I.4 en artikel VI.23B, en kan worden gestraft overeenkomstig het gestelde in artikel VI.2
2.9 Artikel VIII.4
1 Het feit dat pups zijn geboren als gevolg van een dekking die heeft plaatsgevonden in strijd met het gestelde in artikel VIII.1, staat opname in de Nederlandse stamboekhouding niet in de weg.
2 Voor pups die in Nederland zijn geboren als gevolg van een dekking die heeft plaatsgevonden in strijd met het gestelde in artikel VIII.2, wordt de opname in de Nederlandse stamboekhouding geweigerd.
3. WELZIJNSREGELS (Artikel VIII.1 KR)
3.1. Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 16 maanden heeft bereikt.
3.2. Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden heeft bereikt.
3.3. Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 96 maanden heeft bereikt.
3.4. Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vijfde nest is geboren.
3.5. Een teef mag niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van tenminste 12 maanden zit.
3.6. Indien een teef voor de tweede keer een nest heeft gekregen middels een keizersnede dan is deze teef verder uitgesloten voor de fokkerij.
De definitie van een nest is: een situatie waarbij een teef uit 1 dracht 1 of meer volgroeide of onvolgroeide pups heeft voortgebracht, die al dan niet op natuurlijke wijze levend of dood zijn geboren.
4. GEZONDHEIDSREGELS
4.1. Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren: preventieve screening van ouderdieren moet, als het gaat om: HD onderzoek, ED onderzoek, oogonderzoek, en doofheidonderzoek, plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of
goedgekeurde onderzoeksprotocollen.
4.2. Verplicht screeningsonderzoek.
Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn de volgende gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld en moeten de ouderdieren vóór de dekking worden onderzocht op:
· Cochleaire doofheid. Door middel van de BAER- test
· Mitralisklepdisplasie. Door middel van een echografisch onderzoek. De zogenaamde color Dopplertest. Dit onderzoek moet uitgevoerd worden door een bevoegd hartspecialist *. Een lijst van bevoegde specialisten is gepubliceerd op de website van de N.B.T.C. Indien het onderzoek plaats vindt op het moment dat het fokdier de leeftijd van 18 maanden heeft bereikt hoeft deze test slechts eenmalig te worden uitgevoerd. Indien een fokdier echter voor de leeftijd van 18 maanden wordt ingezet dient de test voordat de dekking plaatsvindt uitgevoerd te worden. Indien het betreffende dier nogmaals voor de fok wordt ingezet na het bereiken van de leeftijd van 18 maanden dient de test opnieuw uitgevoerd te worden. De dierenarts die het onderzoek afneemt moet het door de N.B.T.C. ter beschikking gestelde, voor dit onderzoek bestemde, formulier invullen.
· Aortastenose Door middel van een echografisch onderzoek. De zogenaamde color Dopplertest. Dit onderzoek moet uitgevoerd worden door een bevoegd hartspecialist *. Een lijst van bevoegde specialisten is gepubliceerd op de website van de N.B.T.C. Indien het onderzoek plaats vindt op het moment dat het fokdier de leeftijd van 18 maanden heeft bereikt hoeft deze test slechts eenmalig te worden uitgevoerd. Indien een fokdier echter voor de leeftijd van 18 maanden wordt ingezet dient de test voordat de dekking plaatsvindt uitgevoerd te worden. Indien het betreffende dier nogmaals voor de fok wordt ingezet na het bereiken van de leeftijd van 18 maanden dient de test opnieuw uitgevoerd te worden. De dierenarts die het onderzoek afneemt moet het door de N.B.T.C. ter beschikking gestelde, voor dit onderzoek bestemde, formulier invullen.
· Hereditary nephritis. De urine moet getest worden door middel van een Urine Proteïne:Creatinine Ratio test (UPC-test). Deze test mag niet ouder zijn dan 6 maanden ten tijde van de dekking.
· Polycystic kidney disease. Door middel van een echografisch onderzoek. Indien het onderzoek plaats vindt op het moment dat het fokdier de leeftijd van 12 maanden heeft bereikt hoeft deze test slechts eenmalig uitgevoerd te worden. Indien een reu wordt ingezet op een leeftijd jonger dan 12 maanden dan zijn er twee opties. Het dier moet opnieuw een echografisch onderzoek ondergaan indien hij de leeftijd van 12 maanden heeft bereikt en nogmaals wordt ingezet voor de fok. Of er kan een DNA onderzoek worden gedaan welke is ontwikkeld voor deze ziekte. De uitslag van dit DNA onderzoek is definitief en hoeft niet herhaald te worden. Het DNA onderzoek heeft geen leeftijdsgrens en geeft dus voordat de leeftijd van 12 maanden is bereikt een definitieve uitslag.
4.3.Aandoeningen: met honden die lijden aan één of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt.
Cochleaire doofheid Bilateraal dove honden. De N.B.T.C. adviseert honden die bilateraal doof zijn geboren te euthaniseren.
Hereditary nephritis. Honden waarbij een uitslag van de UPCtest is geconstateerd van > 0,30.
Polycystic kidney disease.
Mitralisklepdisplasie/Aortastenose. Wat betreft de Mitralisklepdisplasie wordt geadviseerd te fokken met honden zonder afwijkingen. Omdat op dit moment niet duidelijk is hoe groot het probleem is binnen de populatie Bull Terriers als het gaat om de Mitralisklepdisplasie en Aortastenose en er op dit moment ook niet vast staat wat een normale Vmax waarde is bij een Bull Terrier worden de volgende dieren uitgesloten voor de fok. Als een bevoegd hartspecialist constateert dat de onderzochte hond een Mitralisklepdisplasie heeft hoger dan gradatie 2 (matig tot ernstig) en/of een Vmax waarde heeft gemeten van ≥ 3,50 m/sec. De hond valt dan in gradatie 3 of hoger.
4.4. Diskwalificerende fouten:
Er zijn geen specifieke diskwalificerende fouten anders dan de onder punt 4.3 genoemde aandoeningen.
5. GEDRAGSREGELS
5.1. Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven.
5.2. Verplichte Gedragstest:Voor dit ras is een verplichte gedragstest niet
van toepassing
6. WERKGESCHIKTHEID
6.1. Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidtest niet van toepassing
7. EXTERIEURREGELS
7.1. Deelname aan exposities is niet verplicht.
7.2. Fokgeschiktheidskeuringen zijn niet van toepassing.
8. REGELS AFGIFTE PUPS, WELZIJN PUPS
8.1. Ontwormen en enten: de fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Paspoort voor Gezelschapsdieren. De pups dienen bij
aflevering adequaat ontwormd te zijn en zij dienen voorzien te zijn van een unieke ID transponder.
8.2. Aflevering pups: de pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van zeven weken. Tussen de eerste enting en de overdracht aan de nieuwe eigenaar moeten minimaal 7 dagen zitten.
Aldus vastgesteld door de algemene ledenvergadering van de Nederlandse Bull Terrier Club op 27 juni 2021
Fokreglement Miniatuur Bull Terrier
Uitgave 22-05-2022
Het Verenigings- Fok Reglement ‘VFR’.
1. ALGEMEEN
1.1. Dit reglement voor de Nederlandse Bull Terrier Club, hierna te noemen de vereniging beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras Bull Terrier zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de vereniging op 09 juni 2013. Inhoudelijke aanpassingen van het VFR kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de vereniging.
1.2. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) geldt voor alle leden van de vereniging voor de Bull Terrier, woonachtig in Nederland.
1.3. Het bestuur van de vereniging verplicht zich, de door de Algemene Vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het Kynologisch Reglement (KR), die betrekking hebben op dit Verenigings fokreglement, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene ledenvergadering van de vereniging. Dit ontslaat de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het bestuur van de vereniging hier in gebreke blijft.
1.4. Voor wat betreft de omschrijving van de in dit VFR genoemde definities gelden de omschrijvingen zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.5. Voor wat betreft de externe regelgeving gelden de regels zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.6. Inschrijving van een nest in de Nederlandse stamboekhouding (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het Kynologisch Reglement.
2. FOKREGELS
Artikel VIII.2 KR in samenhang met regels van de vereniging.
2.1. Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon.
Pups, voortgekomen uit één van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR)
2.2. Herhaalcombinaties:
Dezelfde oudercombinatie is maximaal twee maal toegestaan.
2.3. Minimum leeftijd reu:
De minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste negen maanden zijn.
2.4. Aantal dekkingen:
Een reu mag maximaal vijf geslaagde dekkingen per twaalf kalendermaanden verrichten. Als geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en ingeschreven in het NHSB.
NB 1: In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (artikel III.14 KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking.
NB 2: indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatige inseminatie (KI), telt dit mee als een ‘dekking’.
2.5. Cryptorchide en monorchide: cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.
2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen: Wanneer een lid van de vereniging voor een dekking een niet in Nederlands eigendom zijnde reu, welke wel staat ingeschreven in een door de FCI erkende stamboekhouding, wil gebruiken dan dient deze bij voorkeur te voldoen aan de gezondheidseisen zoals deze door de vereniging gesteld worden. Daar nog niet elk land dezelfde regels en/of normen hanteert, dient de buitenlandse reu minimaal aan de volgende voorwaarden te voldoen:
a. De reu moet zijn ingeschreven in een buitenlands stamboek van een FCI land, of een land dat door de FCI is erkend, conform het gestelde in artikel III.21 lid 2 KR;
b. De reu moet voldoen aan de gezondheidsregels die gelden in het land waar hij woonachtig is en waar hij is ingeschreven in het stamboek.
2.7. Kunstmatige inseminatie (sperma van levende en/of overleden dekreuen): als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde/of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement alsof het een natuurlijke dekking van de dekreu betreft.
2.8. Artikel VIII.3
Hij die op het tijdstip van dekking eigenaar was van de teef en die teef in strijd met de bepalingen van artikel VIII.1 of VIII.2 heeft laten dekken dan wel niet heeft voorkomen dat die teef in strijd met die bepalingen werd gedekt, maakt zich schuldig aan een strafbaar feit als bedoeld in artikel I.4 en artikel VI.23B, en kan worden gestraft overeenkomstig het gestelde in artikel VI.2
2.9 Artikel VIII.4
1 Het feit dat pups zijn geboren als gevolg van een dekking die heeft plaatsgevonden in strijd met het gestelde in artikel VIII.1, staat opname in de Nederlandse stamboekhouding niet in de weg.
2 Voor pups die in Nederland zijn geboren als gevolg van een dekking die heeft plaatsgevonden in strijd met het gestelde in artikel VIII.2, wordt de opname in de Nederlandse stamboekhouding geweigerd.
3. WELZIJNSREGELS (Artikel VIII.1 KR)
3.1. Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 16 maanden heeft bereikt.
3.2. Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden heeft bereikt.
3.3. Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 96 maanden heeft bereikt.
3.4. Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vijfde nest is geboren.
3.5. Een teef mag niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van tenminste 12 maanden zit.
3.6. Indien een teef voor de tweede keer een nest heeft gekregen middels een keizersnede dan is deze teef verder uitgesloten voor de fokkerij.
De definitie van een nest is: een situatie waarbij een teef uit 1 dracht 1 of meer volgroeide of onvolgroeide pups heeft voortgebracht, die al dan niet op natuurlijke wijze levend of dood zijn geboren.
4. GEZONDHEIDSREGELS
4.1. Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren: preventieve screening van ouderdieren moet, als het gaat om: HD onderzoek, ED onderzoek, oogonderzoek, en doofheidonderzoek, plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of
goedgekeurde onderzoeksprotocollen.
4.2. Verplicht screeningsonderzoek.
Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn de volgende gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld en moeten de ouderdieren vóór de dekking worden onderzocht op:
· Cochleaire doofheid. Door middel van de BAER- test
· Mitralisklepdisplasie. Door middel van een echografisch onderzoek. De zogenaamde color Dopplertest. Dit onderzoek moet uitgevoerd worden door een bevoegd hartspecialist *. Een lijst van bevoegde specialisten is gepubliceerd op de website van de N.B.T.C. Indien het onderzoek plaats vindt op het moment dat het fokdier de leeftijd van 18 maanden heeft bereikt hoeft deze test slechts eenmalig te worden uitgevoerd. Indien een fokdier echter voor de leeftijd van 18 maanden wordt ingezet dient de test voordat de dekking plaatsvindt uitgevoerd te worden. Indien het betreffende dier nogmaals voor de fok wordt ingezet na het bereiken van de leeftijd van 18 maanden dient de test opnieuw uitgevoerd te worden. De dierenarts die het onderzoek afneemt moet het door de N.B.T.C. ter beschikking gestelde, voor dit onderzoek bestemde, formulier invullen.
· Aortastenose Door middel van een echografisch onderzoek. De zogenaamde color Dopplertest. Dit onderzoek moet uitgevoerd worden door een bevoegd hartspecialist *. Een lijst van bevoegde specialisten is gepubliceerd op de website van de N.B.T.C. Indien het onderzoek plaats vindt op het moment dat het fokdier de leeftijd van 18 maanden heeft bereikt hoeft deze test slechts eenmalig te worden uitgevoerd. Indien een fokdier echter voor de leeftijd van 18 maanden wordt ingezet dient de test voordat de dekking plaatsvindt uitgevoerd te worden. Indien het betreffende dier nogmaals voor de fok wordt ingezet na het bereiken van de leeftijd van 18 maanden dient de test opnieuw uitgevoerd te worden. De dierenarts die het onderzoek afneemt moet het door de N.B.T.C. ter beschikking gestelde, voor dit onderzoek bestemde, formulier invullen.
· Hereditary nephritis. De urine moet getest worden door middel van een Urine Proteïne:Creatinine Ratio test (UPC-test). Deze test mag niet ouder zijn dan 6 maanden ten tijde van de dekking.
· Polycystic kidney disease. Door middel van een echografisch onderzoek. Indien het onderzoek plaats vindt op het moment dat het fokdier de leeftijd van 12 maanden heeft bereikt hoeft deze test slechts eenmalig uitgevoerd te worden. Indien een reu wordt ingezet op een leeftijd jonger dan 12 maanden dan zijn er twee opties. Het dier moet opnieuw een echografisch onderzoek ondergaan indien hij de leeftijd van 12 maanden heeft bereikt en nogmaals wordt ingezet voor de fok. Of er kan een DNA onderzoek worden gedaan welke is ontwikkeld voor deze ziekte. De uitslag van dit DNA onderzoek is definitief en hoeft niet herhaald te worden. Het DNA onderzoek heeft geen leeftijdsgrens en geeft dus voordat de leeftijd van 12 maanden is bereikt een definitieve uitslag.
• Primaire Lens Luxatie (PLL)
• Lethal Acrodermatitis (LAD)
• Larynx
Paralayse (LP) De uitslag kan zijn: "vrij (clear)”, "drager (carrier)”, of "lijder (at risk)” en dient ten tijde van de dekking bekend te zijn. Deze test dient plaats te vinden bij één van de door de vereniging erkende Laboratoria. De fokker stuurt een kopie van het testrapport van beide ouderdieren naar het secretariaat van de N.B.T.C.
4.3. Aandoeningen: met honden die lijden aan één of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt.
-Cochleaire doofheid Bilateraal dove honden. De N.B.T.C. adviseert honden die bilateraal doof zijn geboren te euthanaseren.
-Hereditary nephritis. Honden waarbij een uitslag van de UPC test is geconstateerd van > 0,30. -Polycystic kidney disease.
-Mitralisklepdisplasie/Aortastenose. Wat betreft de Mitralisklepdisplasie wordt geadviseerd te fokken met honden zonder afwijkingen.
Omdat op dit moment niet duidelijk is hoe groot het probleem is binnen de populatie Miniatuur Bull Terriers als het gaat om de Mitralisklepdisplasie en Aortastenose en er op dit moment ook niet vast staat wat een normale Vmax waarde is bij een Miniatuur Bull Terrier worden de volgende dieren uitgesloten voor de fok. Als een bevoegd hartspecialist constateert dat de onderzochte hond een Mitralisklepdisplasie heeft hoger dan gradatie 2 (matig tot ernstig) en/of een Vmax waarde heeft gemeten van ≥ 3,50 m/sec. De hond valt dan in gradatie 3 of hoger.
-PLL: Drager x Drager, Lijder x Drager combinaties zijn niet toegestaan.
Vrij x Vrij, Vrij x Drager en Vrij x Lijder combinaties zijn wel toegestaan.
-LAD: Drager x Drager; Lijder x Drager combinaties zijn niet toegestaan.
Vrij x Vrij, Vrij x Drager en Vrij x Lijder combinaties zijn wel toegestaan.
-LP: Drager x Drager, Lijder x Drager combinaties zijn niet toegestaan. Vrij x Vrij, Vrij x Drager, of Vrij x Lijder combinaties zijn wel toegestaan
4.4. Diskwalificerende fouten:
Er zijn geen specifieke diskwalificerende fouten anders dan de onder punt 4.3 genoemde aandoeningen.
5. GEDRAGSREGELS
5.1. Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven.
5.2. Verplichte Gedragstest:Voor dit ras is een verplichte gedragstest niet
van toepassing
6. WERKGESCHIKTHEID
6.1. Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidtest niet van toepassing
7. EXTERIEURREGELS
7.1. Deelname aan exposities is niet verplicht.
7.2. Fokgeschiktheidskeuringen zijn niet van toepassing.
8. REGELS AFGIFTE PUPS, WELZIJN PUPS
8.1. Ontwormen en enten: de fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Paspoort voor Gezelschapsdieren. De pups dienen bij
aflevering adequaat ontwormd te zijn en zij dienen voorzien te zijn van een unieke ID transponder.
8.2. Aflevering pups: de pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van zeven weken. Tussen de eerste enting en de overdracht aan de nieuwe eigenaar moeten minimaal 7 dagen zitten.
Aldus vastgesteld door de algemene ledenvergadering van de Nederlandse Bull Terrier Club op 22 mei 2022